Beheersgras in melkveerantsoenen

Beheersgras, kunnen we hier nog meer mee dan aan de droge koeien en pinken voeren?
Omdat er in Nederland steeds meer beheersgras beschikbaar komt via de subsidieregelingen Agrarisch Natuurbeheer (SAN) en Natuurbeheer (SN), is het van belang dat de veehouderijsector in Nederland bekijkt wat er met dit gras gedaan kan worden.
In deze literatuurstudie wordt een samenvatting gegeven van de meest relevante onderzoeken met bijbehorende literatuur, die wat te vertellen hebben over dit onderwerp. Hiernaast wordt er ook nog ingegaan op wat technische aspecten van het verwerking- en inkuilproces.
Onder beheersgras verstaan we gras met uitgestelde maaidatum, veelal met het doel om de natuur te versterken of te ondersteunen.
Voor en nadelen bij verschillende typen beheersgras.
Bij een hoog bemestingsniveau, vooral in het voorjaar, stijgt de opbrengst maar daalt de voederwaarde van het gras.
De drooglegging is ook een belangrijk aspect. Hoe hoger de waterstand, hoe minder de opbrengst zal zijn, maar als alleen in de winterperiode het water hoger staat, zal de kwaliteit van het gras in de zomer vergelijkbaar zijn als met die van een 2e snede natuurgras. Bij een grotere drooglegging (dus niet alleen in de winter) zal er een grotere opbrengst zijn. Dit varieert dan van 4000 tot 8000 kg ds/ha bij een kleine mestgift na de 1e snede.
Sterk hieraan gekoppeld is de mineralisatie die dan vooral op veengrond beheersgraspercelen plaats vind. Hoe meer drooglegging er is, hoe meer mineralisatie er plaats zal vinden. Bij een hoger mineralisatieniveau zal de opbrengst/ha hoger zijn, maar de voederwaarde zal beduidend lager zijn.
Ganzen hebben ook nog invloed op de opbrengst en de kwaliteit van het gras. Wanneer in het vroege voorjaar het grootste gedeelte van het gras weggevreten word door ganzen is de eerste snede uiteraard minder groot, dan wanneer dit niet zou gebeuren. De opbrengst/ha zal dan ook lager zijn, terwijl de voederwaarde hoger is omdat er minder grof gras aanwezig is.
Hetzelfde geld ook wanneer er voorbeweiding wordt toegepast.
In 2002 werd er in een onderzoek al geconcludeerd dat er tot 30% gras in een melkveerantsoen vervangen kan worden door beheersgras. Ondertussen zijn de achtergronden hiervan verder uitgewerkt en kunnen we de consequenties hiervan, beter onderzoeken. Ondertussen is (Onderzoek 2005) gebleken dat tot 35 % van het gras vervangen kan worden, mist er een goede aanvullende brok gevoerd word.
Ontsluiten is een nog wat duur verhaal, zoals in de V-focus van 2 maart 2005 stond te lezen. Zowel met chemische als met biologische middelen is de winst van het ontsluiten negatief of slechts gering positief. Bij biologische middelen kan het wel positief wezen. De lange inwerktijd (min 6 maanden), maakt het echter weer onpraktisch.
Vandaag de dag wordt er al op veel bedrijven beheersgras gevoerd. Zowel in zomer als in winterrantsoenen komen we vaak een kleiner of grotere hoeveelheid beheersgras tegen. Bij een proef op één van de bedrijven in de netwerkstudiegroep is een proefje gedaan met de
vrijwillige opname van beheersgras door melkkoeien, naast het reguliere rantsoen. Het blijkt dat melkkoeien naast hun gewone rantsoen vaak zelf nog een paar happen beheersgras opnemen. Dit om eventuele tekortkomingen aan het basisrantsoen die ze zelf ervaren, te corrigeren. Op dagen dat het rantsoen netjes in evenwicht was werd er beduidend minder beheersgras opgenomen dan wanneer er iets niet klopte in, bijvoorbeeld, de mengverhoudingen. De opname liep dan op tot maximaal 2 kg product per dier.
Voor een goede beheersgrasopname is een goede kuil van belang. Voor een goede kuilsamenstelling is een goede graswinning noodzakelijk. Een goede afstelling van de machines, scherpe messen en het kiezen van de goede rijsnelheid blijkt essentieel bij het winnen van goed beheersruwvoer.
Bij het uitkuilen is, meer dan bij ‘gewoon’ gras het tegengaan van broei van groot belang. Zowel in de kuil als tijdens het vervoederen moet er voor gezorgd worden dat de kuil zo fris mogelijk voor de koeien beland.
Een hele reeks van handelingen dienen dus uitgevoerd te worden voordat het meest ideale product ontstaat. Het meest ideale product wat we goed kunnen vervoederen aan het melkvee