Magnesium (Mg) in het melkveerantsoen

Magnesium tekort wordt aangetroffen bij te lage magnesiumgehalten in het voeder of door onvoldoende absorptie van magnesium vanuit het spijsverteringsstelsel. De absorptie van magnesium wordt negatief beïnvloed door hoge gehalten aan kalium en onbestendig eiwit. Ook natrium tekort beïnvloed onrechtstreeks de absorptie van magnesium, omdat bij natrium tekort een hoger kalium gehalte in het speeksel aanwezig is.
Magnesium tekort is waar te nemen aan de symptomen van hypomagnesiëmie of kopziekte. Echter deze symptomen zijn pas waar te nemen bij een verlaging van de magnesium concentratie in het cerebrospinaal vocht dat hersenen en ruggenmerg omgeeft. Dit gebeurt pas bij een sterke daling van het magnesium gehalte in het bloed. Hierdoor is het mogelijk dat bij lage gehalten in het bloed toch geen symptomen van kopziekte worden waargenomen.
Het ziektebeeld van hypomagnesiëmie geeft eerst een verminderde voederopname, het dier zondert zich af van het koppel en vertoont een stijve loopgang.
In een verder verloop van de ziekte vertoont het rund een nerveus tot zelfs agressief gedrag. Het heeft een verhoogde gevoeligheid voor prikkels vanuit de omgeving.
Er ontstaan spierrillingen en het rund kan vervolgens niet meer recht. De spierrillingen kunnen verder evolueren tot krampen bij het dier. Wanneer er geen krampen ontstaan, treedt er een gedeeltelijke verlamming op. Bij krampen vertoont het dier ongecontroleerde bewegingen, er is tandengeknars waar te nemen en overvloedig speeksel uit de muil. De krampen hebben uiteindelijk een dodelijke afloop.
Een tekort aan magnesium vermindert tevens de werking van het parathyroid hormoon (PTH) met een daling van het calcium gehalte tot gevolg. Magnesiumgebrek in de droogstand verhoogt hierdoor de kans op kalfziekte.
Een overmaat aan magnesium veroorzaakt diarree bij het rund.
Hypermagnesiëmie waarbij een daling van de spiertonus is vast te stellen, wordt zelden waargenomen vanwege de vlugge excretie van magnesium uit het lichaam.