Calcium (Ca) in het melkveerantsoen

Een te weinig calcium absorptie uit het voeder ten opzichte van de behoefte. Leidt bij jonge dieren tot een verminderde groei en een verstoorde mineralisatie van het bot, waarbij te weinig calcium wordt afgezet in de beenderen.
Bij volwassen dieren vindt er ten gevolge van blijvend calcium tekort, ontkalking van het bot plaats. Hierdoor vermindert langzaam het volume van het botweefsel.
Verder treedt er bij calcium tekort een vertraagde bloedstolling en een verminderde melkproductie op.
Calcium tekort in het bloedplasma ten gevolge van hoge calcium behoefte, samengaand met onvoldoende calcium absorptie uit de darm en/of resorptie uit het botweefsel wordt omschreven als het fenomeen kalfziekte, melkziekte of hypocalcemie bij het melkvee.
Kalfziekte komt meestal voor de eerste dagen na de kalving, een zeldzame keren tijdens de droogstand of in het midden van de lactatie.
Op deze momenten is er een sterk verhoogde behoefte aan calcium ten gevolge van de melkproductie. Een storing op die momenten ter hoogte van het parathyroid hormoon (PTH), vitamine D en/of de calcium voorziening, leidt hierbij tot een tekort aan geïoniseerde calcium in het bloed. Met kalfziekte tot gevolg.
De symptomen van hypocalcemie verlopen in drie stadia:
In het eerste stadium kan het dier nog blijven rechtstaan, het vertoont wel stoornissen ter hoogte van de spierwerking. Dit is onder anderen waar te nemen aan een knikkende beweging van de kop, een gespreide stand van de achterbenen, spierrillingen en een stijve slepende stap in de achterhand.
Voorts eet het dier niet meer ten gevolge van een verminderde penswerking.
In het tweede stadium kan het dier niet meer recht. Dit begint bij het niet recht kunnen met de achterhand. De koe gaat in dit stadium steeds met de kop langs het lichaam geplooid liggen.
Er treedt een daling van de lichaamstemperatuur op, waarbij mogelijk de stofwisseling bij het dier in gevaar kan komen.
Verder zijn er een versnelde hartslag, een droge neusspiegel en een verwijding van de pupillen waar te nemen bij het dier.
Ten gevolgen van de vermindering van de spierwerking, is er gas ophoping in de pens mogelijk en verslappen de spieren van de baarmoeder wat een geboorteproces vertraagt of volledig kan stilleggen.
In het derde stadium verliest de koe volledig het bewustzijn.
Er is een ernstige vorm van gas ophoping in de pens, met mogelijk een terugvloei van pensvocht in de slokdarm.
Er treden hartritmestoornissen op en een sterke daling van de bloeddruk, waaraan het dier uiteindelijk zal sterven.
Een overmaat aan calcium heeft gedurende de lactatie weinig schadelijke gevolgen. Wel vermindert een overmaat aan calcium de opneembaarheid van andere mineralen. Dit geldt onder anderen voor de mineralen Magnesium (Mg), Jodium (I), IJzer (Fe), Mangaan (Mn), Zink (Zn), Koper (Cu) en Fosfor (P).
Tijdens de droogstand geeft een calcium overmaat de aanleiding tot kalfziekte. Het hoog calcium gehalte vermindert de werking van het parathyroid hormoon (PTH), wat de calcium absorptie uit de darm en de resorptie uit het bot vermindert.
Calciumovermaat kan ook hypercalcemie tot gevolg hebben, dit wordt echter zelden aangetroffen. Hypercalcemie geeft hartritmestoornissen en abnormale mineralisatie van weefsels. De overmatige afzet van calcium in de weefsels kan onder anderen het barsten van grote bloedvaten tot gevolg hebben.